Wie schrijft de toekomst?

"In dit tijdperk roert zich een nieuw leven in alle volkeren der aarde; en toch heeft niemand de oorzaak ervan ontdekt of de beweegreden ervan waargenomen."  [Bahá'u'lláh]

De Bahá'í-leringen draaien om de eenheid van de mensheid als de fundamentele geestelijke waarde en de drijvende kracht van onze tijd. Er is een nieuw hoofdstuk in het leven op onze planeet geopend, waarbij de tijd is gekomen om de lang beloofde wereldvrede te vestigen en de mensheid te verenigen. Dit zal uiteindelijk leiden tot de reorganisatie van de wereld tot één land, waarin de mensheid voor altijd in vrede, veiligheid en vrijheid zal leven.

Hoewel er grote materiële vooruitgang is geboekt, blijken de huidige organisatie- en bestuursvormen niet meer werkzaam te zijn. Vastgeroeste maatschappelijke en politieke ideeën, overleefde religieuze formules en rivaliteit tussen landen en culturen leveren geen oplossingen, maar eerder problemen, onveiligheid, extremisme, onmenselijke wreedheid en gevaarlijke conflicten. Daarom is er dringend behoefte aan een totaal nieuwe kijk op de mens, op de samenleving en op de wereld, die op alle niveaus tot grotere eenheid leidt en wereldwijd mensen motiveert om samen in actie te komen.

De Bahá'í-visie is dat de mensheid zal moeten breken met haar overgeërfde verleden en eensgezind gaan werken aan haar gezamenlijke toekomst. Dit is geen vaag ideaal, maar eerder het volgende stadium in de evolutie van onze planeet. Alle ervaringen van verleden en heden drijven ons onafwendbaar voort in die richting, net zoals geen mens de lente kan tegenhouden als de tijd gekomen is.

Bahá'ís denken niet dat deze grote veranderingen snel en gemakkelijk tot stand zullen komen. Het is een lange en uitdagende reis waarvoor een totaal nieuwe kijk op de mensheid en de wereld nodig is. Daarom heeft Bahá'u'lláh, de stichter van het Bahá'í-Geloof, unieke leringen gegeven die als inspiratiebron worden gezien door miljoenen mensen overal ter wereld. Zijn visie op eenheid, vrede en rechtvaardigheid zal in de toekomst algemeen bekend worden, naarmate mensen meer openstaan voor deze ideeën en bereid zijn om samen te werken aan een gezamenlijke toekomst voor de mensheid.

Bahá'u'lláh wijst o.a. op de noodzaak van:
> zelfstandig en onbelemmerd onderzoek (*) van de werkelijkheid, zodat de mensheid bevrijd kan worden van blinde navolging en oude versleten, ooit door mensen bedachte denkbeelden en ideologieën,
> dat religie tot vriendschap en samenwerking moet leiden, want het fundamentele doel van religie is de belangen van de mensheid te beveiligen, de eenheid der mensheid te bevorderen en de geest van liefde en kameraadschap onder de mensen aan te kweken. Als religie leidt tot vervreemding en haat, is het beter dat die religie niet bestaat. Het is als een geneesmiddel; als de ziekte erdoor verergert is het schadelijk en overbodig.
> de erkenning van de eenheid van God en van Zijn Profeten, zoals Abraham, Mozes, Boeddha, Krishna, Zoroaster, Christus, Muhammad, en voor dít tijdperk: Bahá'u'lláh. Zij zijn als verschillende lampen die hetzelfde Licht uitstralen. God is één en dus is godsdienst één: de religies in de wereld komen uit één en dezelfde Bron en moeten worden gezien als opeenvolgende hoofdstukken van één beschavingsproces, dat de ontwikkeling van het menselijke bewustzijn aanstuurt en begeleidt,
> de erkenning van de eenheid van de mensheid ; de aarde is slechts één land waarvan alle mensen de burgers zijn,
> universele deelname in conflictvrije besluitvorming in alle aangelegenheden, via een methode die 'consultatie' wordt genoemd,
> de bewustwording en realisatie van de volledige gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen,
> het opgeven van alle vormen van bijgeloof en vooroordeel, hetzij politiek, religieus, raciaal, economisch, enz,
> verplichte opvoeding en onderwijs voor iedereen,
> het opheffen van de uitersten van armoede en rijkdom,
> vaderlandsliefde moet deel worden van een grotere loyaliteit: liefde voor de mensheid,
> het kiezen van een internationale hulptaal, die op alle scholen in de wereld wordt onderwezen,
Dit, en meer, zijn richtlijnen die zullen gaan voorzien in de hoogst noodzakelijke vestiging èn beveiliging van een permanente en universele eenheid in de wereld.

(*) "Overweegt, wat de mens onderscheidt van alle geschapen wezens en hem tot een uniek schepsel maakt. Is dat niet zijn denkvermogen, zijn verstand? Zal hij hiervan geen gebruik maken bij het bestuderen van religie? Ik zeg u: weegt in de balans van rede en wetenschap zorgvuldig alles af wat u als religie wordt aangeboden. Als het deze test doorstaat, aanvaardt het dan, want het is de waarheid! Zo niet, verwerpt het dan, want het is onwetendheid!"  ['Abdu'l-Bahá]